BlueConnect is een online bibliotheek van Vanden Broele

TOELICHTING - Nieuwe artikel 13bis WPA in werking getreden

Op 23 maart 2017 is het nieuwe toegevoegde artikel 13bis Wet op het Politieambt (WPA) in voege getreden.

WPA Artikel 13bis “De gerechtelijke overheden, de ambtenaren en agenten van de openbare diensten delen aan de minister van Binnenlandse Zaken alle nuttige inlichtingen mee die ze bezitten en die betrekking hebben op de bescherming van het leven of de fysieke integriteit van de te beschermen personen met inachtneming van de door hun verantwoordelijke overheid bepaalde regels.

De minister van Binnenlandse Zaken deelt aan de algemene directie bestuurlijke politie van de federale politie alle inlichtingen mee noodzakelijk ter uitvoering van de beschermingsopdrachten die haar zijn opgedragen.”

In het licht van de optimalisering en herstructurering van de federale politie, werd immers door de regering beslist dat de opdrachten van persoonsbescherming die tot nog toe door de Veiligheid van de Staat werden uitgeoefend, vanaf 2 april 2017 worden uitgevoerd door de federale politie.  Via deze overheveling werd een dubbele doelstelling beoogd:

  • Vooreerst wordt de Veiligheid van de Staat een zuivere inlichtingen- en veiligheidsdienst, gezien deze niet langer belast wordt met enige opdrachten van bestuurlijke politie;
  • Ten tweede wordt een einde gesteld aan de bestaande versnippering binnen het uitoefenen van een deeldomein van de bestuurlijke politie.  De overheveling heeft immers tot gevolg dat de federale politie alle binnen het Rijk door de federale overheid uitgeoefende opdrachten van persoonsbescherming in zich centraliseert.

De dienst Persoonsbescherming van de Veiligheid van de Staat werd afgeschaft. De hierin tewerkgestelde, actieve personeelsleden bekleed met de graad van beschermingsassistent zullen in de toekomst hun protectieactiviteiten voortzetten en dit onder het gezag en verantwoordelijkheid van de federale politie. Hiertoe werden ze in een eerste tijd overgeplaatst naar een bijzondere personeelscategorie binnen de federale politie, met een vrijwaring van bepaalde van hun huidige statutaire regels. Vervolgens kunnen zij die het wensen, mits het slagen in de vereiste opleiding aan welke de deelname dus facultatief is, toetreden tot het operationeel kader van de federale politie. In concreto zullen de personeelsleden en de bijhorende middelen worden ondergebracht bij de algemene directie bestuurlijke politie van de federale politie. De minister van Binnenlandse Zaken behoudt het vorderingsrecht ten aanzien van de Veiligheid van de Staat om inlichtingen te bekomen met het oog op de handhaving van de openbare orde, met inbegrip van de bescherming van personen. In dit raam dient ook rekening gehouden met de mogelijkheid voor de minister van Binnenlandse Zaken tot het bekomen van inlichtingen op basis van artikel 19 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst. De vorderingsbevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken ten aanzien van de gerechtelijke overheden, en de ambtenaren en agenten van de openbare diensten tot het bekomen van alle nuttige inlichtingen die laatstgenoemden bezitten en die betrekking hebben op de bescherming van het leven of de fysieke integriteit van de te beschermen personen, wordt in artikel 23 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten geschrapt en ondergebracht in deze nieuwe bepaling binnen de wet op het politieambt. Het artikel wordt evenwel in die mate aangepast dat de minister na het bekomen van deze inlichtingen deze niet langer dient over te zenden aan de Veiligheid van de Staat doch aan de algemene directie bestuurlijke politie bij de federale politie.

Ingevolge de invoegetreding van de wet van 21 april 2016 op 2 april 2017 worden de beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat, belast met het uitvoeren van opdrachten van persoonsbescherming en in dienstactiviteit bij de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat met behoud van hun graad, overgeplaatst naar een bijzondere personeelscategorie binnen de federale politie.

Vanaf de datum van hun overplaatsing naar de bijzondere personeelscategorie binnen de federale politie zijn de voormalige beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat onderworpen aan de statutaire wetten en reglementen die van toepassing zijn op de personeelsleden van de politiediensten, met uitzondering van de mobiliteitsregeling bedoeld in artikel 128 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, van de heropneming bedoeld in artikel 86bis van de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten en van volgende aangelegenheden, waarvoor zij onderworpen blijven aan de statutaire wetten en reglementen die in hun hoedanigheid van beschermingsassistent van de Veiligheid van de Staat op hen van toepassing waren voorafgaand aan hun overplaatsing naar de federale politie:

1° de weddeschalen welke ze genoten in de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat;
2° de toelagen, premies en de vergoedingen bepaald door de Koning;
3° de reglementering van de baremische loopbaan, met inbegrip van de anciënniteiten;
4° de statutaire voordelen welke ze genoten in de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat bepaald door de Koning.

Voor de toepassing van de wetten en reglementen die van toepassing zijn op de personeelsleden van de politiediensten worden de voormalige beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat, beschouwd als personeelsleden van het basiskader van de algemene directie bestuurlijke politie van de federale politie.

Van zodra ze zijn geslaagd in de vereiste opleiding, welke wordt georganiseerd binnen de vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet, worden ze met de graad van inspecteur van politie opgenomen in het operationeel kader van de federale politie en worden ze ambtshalve onderworpen aan alle bepalingen die het statuut of de rechtspositie van de personeelsleden van de politiediensten uitmaken.

Vanaf de overplaatsing naar de bijzondere personeelscategorie binnen de federale politie, zijn de volgende artikelen van de wet op het politieambt van toepassing op de beschermingsassistenten:

  • artikel 14;
  • artikel 26, eerste en derde lid;
  • artikel 28, § 1;
  • artikel 29, eerste, derde en vierde lid;
  • de artikelen 30 tot 37bis;
  • artikel 38, eerste lid, 1° tot 3°, en tweede en derde lid;
  • de artikelen 41 en 42;
  • artikel 44/1, §§ 3 en 4;
  • artikel 44/11/1.


De artikelen 47 tot 53 van de wet op het politieambt inzake burgerlijke aansprakelijkheid, rechtshulp en zaakschade zijn eveneens van toepassing op de overgeplaatste beschermingsassistenten.

Deel deze update via LinkedIn
Deel deze update via Facebook
Deel deze update via Twitter
Deel deze update via e-mail

Lees meer in BlueConnect

Al onze nieuwsberichten in uw mailbox?

Schrijf u in op onze gratis nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe regelgeving, relevante actualiteit, niet te missen opleidingen en studiedagen, ...