BlueConnect is een online bibliotheek van Vanden Broele

De Gemeenschappelijke Gegevensbank: naar een meer efficiënte informatiedeling in de strijd tegen terrorisme

De Gemeenschappelijke Gegevensbank (GGB) werd in 2016 opgericht na de uittocht van Belgische jongeren naar de jihadistische conflictzone de jaren voordien. Die GGB blijft work in progress maar ze moet een efficiënte tool worden voor informatiedeling in de strijd tegen terrorisme en extremisme dat kan leiden tot terrorisme.

De Gegevensbank is een mooi voorbeeld van de nieuwe cultuur van samenwerking en informatiedeling tussen diensten. Het OCAD brengt vanuit zijn rol als operationeel beheerder van de gegevensbank partnerdiensten samen om informatie te delen rond de Foreign Terrorist Fighters (FTF): personen die na een militaire training in Syrië teruggekomen zijn om hier aanslagen te plegen. Sinds de publicatie van 2 nieuwe Koninklijke Besluiten dit jaar houdt de Gegevensbank ook de  Homegrown Terrorist Fighters (HTF) bij, die nooit zijn afgereisd naar de conflictzone, en haatpropagandisten zoals Sharia4Belgium.

Context

De aanslagen in Brussel in maart 2016 zijn de laatste aanslagen die in België gepleegd werden door FTF’s. Sindsdien werden de aanslagen gepleegd door de zogenaamde HTF’s. Zij handelden meestal alleen (met uitzondering van Barcelona op 17 augustus 2017 en de London Bridge op 3 juni 2017). Het werd steeds moeilijker voor terroristen om tot in Europa te geraken, onder meer na de vluchtelingendeal tussen Turkije en de Europese Unie. Bovendien zijn heel wat FTF’s in de conflictzone overleden na de overwinning van de coalitie.  

De dreiging kreeg vanaf 2016 dus een ander gelaat: dat van de Homegrown Terrorist Fighters,  die door IS aangestuurd of geïnspireerd werden tot het plegen van aanslagen zonder ooit in de conflictzone geweest te zijn. Meestal gaat het om personen met psychische problemen, soms ook om vluchtelingen of asielzoekers met posttraumatisch stresssyndroom. Zij radicaliseerden onder invloed van IS-propaganda of door contact (via geëncrypteerde communicatienetwerken) met Syriëstrijders. De Gemeenschappelijke Gegevensbank telt vandaag een veertigtal Homegrown Terrorist Fighters. Door de nieuwe dreiging kreeg Europa zelfs meer aanslagen te verwerken in 2017 dan in 2016: maar liefst twintig.

Vanaf oktober 2017 verminderde het aantal aanslagen echter drastisch na de val van het kalifaat in Syrië en Irak. Minstens één derde van de Belgische Syriëstrijders (en wellicht veel meer) sneuvelden ter plekke. Slechts een minderheid werd gevangen genomen. IS heeft nu minder capaciteit om zijn mensen terug te sturen naar Europa of propaganda te produceren.

Het dreigingsniveau werd op 22 januari 2018 door het OCAD verlaagd naar niveau 2. Toch moeten we waakzaam blijven. De situatie in Syrië en Irak blijft uitermate instabiel. Jihadistische verzetsgroepen in die regio zouden van die omstandigheden kunnen profiteren om zich te hergroeperen. Ook de terugkeerders, de zogenaamde returnees, moeten goed gemonitord worden. België zag 130 personen terugkeren, vooral in de jaren voorafgaand aan 2017. Vorig jaar kwamen er slechts 5 volwassenen en 8 kinderen terug, allen via Turkije. De helft van alle returnees zit momenteel in de gevangenis, maar zij komen vroeg of laat vrij. Wij moeten hen blijven monitoren en van nabij opvolgen met een aanpak op maat (tailormade approach). Gevangenissen zijn bij uitstek plekken waar polarisatie, het wij- versus zijdenken, gedijt, en vormen zo een ideale voedingsbodem voor een bijzondere vorm van jihadisme, gangsta-jihadisme. Maar ook buiten de gevangenissen blijft het jihadistische salafisme bestaan zoals de aanslagen in Carcassonne/Trèbes op 23 maart 2018 en in Parijs op 12 mei 2018 illustreren. Voedingsbodems voor radicalisering blijven bestaan in onze steden. Slachtofferretoriek en samenzweringstheorieën zijn belangrijke wapens van de IS-propaganda om beïnvloedbare, kwetsbare mensen op te zetten tegen onze samenleving. Het salafi-jihadisme is niet dood, en wel integendeel.

Netwerken in de strijd tegen IS

One needs a network to defeat a network. Diensten zijn geen geïsoleerde eilandjes meer die hun eigen problemen oplossen volgens hun eigen logica zonder rekening te houden met andere diensten. Elke dienst moet systematisch over het muurtje leren kijken en problemen aanpakken volgens een gemeenschappelijke visie.

Maar die multi-agency approach blijft best niet beperkt tot de veiligheidsdiensten. Inzetten op een inclusieve samenleving betekent inzetten op preventie,  in overleg met de sociopreventieve sector, en met alle maatschappelijke actoren. De wet op het gedeeld beroepsgeheim (art 458ter SW) ondersteunt een vlottere informatieuitwisseling. Op die manier wordt ook vroegdetectie mogelijk en kan er sneller en gepaster – zonder dat er beroep gedaan moet worden op justitie en politie – geageerd worden.

De Gemeenschappelijke Gegevensbank is een handige tool die zo’n geïntegreerd informatiebeheer mogelijk maakt. Digitalisering hoeft geen bedreiging te zijn, nieuwe technologieën bieden juist heel wat mogelijkheden in de aanpak van terrorisme.

Kortom, de strijd tegen terrorisme blijft work in progress. Hij vergt veel overleg, veel engagement, en een out-of-the-box aanpak, die de vlucht vooruit durft te nemen.

Nu ook schrijfrechten voor de Lokale Politie in de Gemeenschappelijke Gegevensbank

In de nieuwe  KB’s staat dat de lokale politie schrijfrechten heeft in de Gemeenschappelijke Gegevensbank. Tot op vandaag namen de SICAD’s (communicatie- en informatiediensten van het arrondissement) de vatting van de Lokale Politie in de GGB op zich volgens onderlinge afspraken.  Op het CoördinatieComité van Geïntegreerde Politie (CC GPI) van 17 april 2018 werd besloten dat de lokale politie schrijfrechten zal krijgen, zodat zij zelf haar gegevens kan invoeren in de Gemeenschappelijke Gegevensbank. De SICAD’s zullen deze invoer valideren om de eenvormigheid van de registraties na te streven, de datakwaliteit te garanderen en vooral om dubbele vattingen te vermijden. Na deze validatie zal de informatie voor alle partnerdiensten zichtbaar worden in de GGB. De Information Officer van de Lokale Politie zal in de informatieflux een centrale rol spelen. De verdere analyse, ontwikkeling en implementatie zullen in het najaar gefinaliseerd worden. Dit betekent een grote stap voorwaarts voor de betrokkenheid van de lokale politie in de GGB.

Focus: De nieuwe KB’s Terrorist Fighters en Haatpropagandisten

Op 30 mei 2018 zijn twee nieuwe koninklijke besluiten (KB’s) in werking getreden: het KB Terrorist Fighters en het KB Haatpropandisten. De KB’s bepaalden dat Haatpropagandisten (HP’s) en Homegrown Terrorist Fighters (HTF’s) voortaan ook als entiteiten in de Gemeenschappelijke Gegevensbank (GGB) zouden opgenomen worden met één gemeenschappelijk doel: de strijd tegen terrorisme, extremisme en gewelddadige radicalisering.

Criteria voor de opname van Haatpropagandisten in de GGB

De definitie van haatpropagandist (HP) slaat zowel op fysieke personen, rechtspersonen, feitelijke verenigingen als op de middelen die zij aanwenden. Het doel is om met de betrokken diensten zo veel mogelijk informatie over deze HP’s in de GGB samen te brengen. Het OCAD staat in voor de validatie en geeft voor elke HP een dreigingsevaluatie met motivatie. Dit moet de diensten en de LTF’s, dan wel de LIVC’s, toelaten om indien nodig concrete maatregelen te nemen. Om opgenomen te kunnen worden in de GGB moeten de HP voldoen aan de vier volgende cumulatieve voorwaarden:

1.         De HP heeft als doelstelling om schade te berokkenen aan de beginselen van de democratie of de mensenrechten, de goede werking van de democratische instellingen of andere grondslagen van de rechtsstaat. Het is niet noodzakelijk dat de schade zich reeds heeft voorgedaan, de potentiële schade is voldoende;

2.         De HP rechtvaardigt het gebruik van geweld of dwang om deze doelstelling te bereiken;

3.         De HP handelt met de bedoeling om een radicaliserende invloed uit te oefenen op andere personen;

4.         Er moet een aanknopingspunt zijn met België. Dit kan bijvoorbeeld de Belgische nationaliteit of het verblijf van de HP in België zijn, maar ook de radicaliserende invloed van de HP in België. Belangrijk is dat het aanknopingspunt tussen de HP en België voldoende solide moet zijn, of het nu juridisch of feitelijk van aard is.

De verspreiding van een bepaalde ideologie, hoe verwerpelijk ze ook is, of het aanhouden van een radicaal gedachtegoed zonder dat de hoger vermelde voorwaarden cumulatief zijn vervuld, is niet voldoende om een opname en specifieke opvolging in de GGB te rechtvaardigen. De GGB bevat dus in geen geval een overzicht van personen met een bepaalde radicale ideologie

Criteria om HTF’s op te nemen in de GGB

De HTF wordt gedefinieerd als elke fysieke persoon bij wie er een aanknopingspunt is met België (factueel of juridisch, zie supra) en die aan minstens een van de volgende criteria voldoet:

1.         Er bestaan ernstige aanwijzingen dat deze persoon de intentie heeft om geweld te gebruiken tegen personen of materiële belangen om ideologische of politieke redenen met als doel zijn doelstellingen door middel van terreur, intimidatie of dreigingen te bereiken;

2.         Er bestaan ernstige aanwijzingen dat deze persoon doelbewust steun levert, onder meer logistiek, financieel of met opleidings- of rekruteringsdoeleinden, aan de personen hierboven bedoeld of aan personen die geregistreerd staan als FTF’s, en over wie er ernstige aanwijzingen bestaan dat deze de intentie hebben om een gewelddadige actie uit te voeren.

Wat het eerste criterium betreft, mogen de ernstige aanwijzingen niet enkel gebaseerd zijn op de persoonlijke beweegredenen van de potentiële HTF. Ze moeten tevens en vooral gebaseerd zijn op diens materiële handelingen ter voorbereiding van een aanslag, gestoeld op concrete elementen.

Vooronderzoek

De GGB kan ook de gegevens bevatten van de entiteiten (Haatpropagandisten of Homegrown Terrorist Fighters) over wie er ernstige aanwijzingen bestaan dat zij beantwoorden aan de hogervermelde criteria. Deze entiteiten worden dan in “vooronderzoek” geplaatst voor een periode van maximaal zes maanden. Na afloop van deze termijn zal het OCAD de entiteit al dan niet als Haatpropagandist of Homegrown Terrorist Fighter valideren.

Deel deze update via LinkedIn
Deel deze update via Facebook
Deel deze update via Twitter
Deel deze update via e-mail

Al onze nieuwsberichten in uw mailbox?

Schrijf u in op onze gratis nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe regelgeving, relevante actualiteit, niet te missen opleidingen en studiedagen, ...