Het Vast Comité P besliste - na de media-aandacht rond het optreden van de politie ten aanzien van transmigranten in het MAXIMILIAANPARK te BRUSSEL in de zomer van 2017 - op zijn plenaire vergadering van 31 augustus 2017 het toezichtsonderzoek “De controle en opsluiting van transmigranten door de politie naar aanleiding van grootschalige bestuurlijke aanhoudingen” te openen met als doelstelling om in elk van de vijf fases van de arrestantenzorg na te gaan in welke mate de politie de transmigranten op een correcte manier bejegent en de mensenrechten respecteert. Het betreffen volgende fases: (1) de controle (inclusief briefing)/aanhouding van de transmigrant op het terrein, (2) het transport/de overbrenging naar het politiecommissariaat, (3) de politionele handelingen vóór de opsluiting (o.a. de triptiek), (4) de effectieve opsluiting in de politiecel en (5) de vrijlating of overbrenging na beslissing DVZ of Dienst Voogdij.
Tal van onderzoeksverrichtingen werden van begin september 2017 tot eind 2018 verricht door de Dienst Enquêtes: (1) een analyse van het wettelijk en reglementair kader, (2) een bevraging van de politiediensten betrokken bij transmigratie, (3) het observeren van grootschalige geplande politieacties, (4) een analyse van de parlementaire vragen en de media, (5) het organiseren van een onderhoud met enkele referentiemagistraten mensenhandel/ mensensmokkel, (6) een analyse van recente vaststellingen en aanbevelingen door internationale monitoringsinstanties en recente rechtspraak EVRM, (7) een ontmoeting met de DVZ en de Dienst Voogdij, (8) een analyse van de klachten, (9) het onderhouden van diverse contacten met MYRIA, Dokters van de Wereld en VZW HUMAIN en (10) de studie van enkele juridische vraagstukken.
Er werden diverse onderzoeksbevindingen gedaan. De controles op het terrein bleken sterk afhankelijk van de prioriteiten gesteld door de lokale bestuurlijke en gerechtelijke overheden, dit in combinatie met de praktische vertaling ervan door de politie en de motivatie van de individuele politieambtenaren.
Een goed voorbereide en georganiseerde politieactie die op professionele wijze uitgevoerd wordt, draagt bij tot een meer humane bejegening van de transmigranten. De uitvoering van de grootschalige controles, aanhoudingen en opsluitingen verloopt over het algemeen zeer vlot, niettegenstaande het binnen de geïntegreerde politie ontbreekt aan een uitgeschreven draaiboek. Evenwel zijn tal van initiatieven, veel inventiviteit en veel goede wil vanwege de organiserende politiediensten nodig om ervoor te zorgen dat alles in goede banen wordt geleid. Meer en meer wordt ook rekening gehouden met het humane aspect van de controles en de opsluitingen. Uit de vele onderzoeksdaden (observaties, de analyse van de klachten, de gesprekken met transmigranten in de cellen en de ontmoetingen met diverse partners en overheden) bleek dat de politie de transmigranten bij grootschalige controles en aanhoudingen correct en humaan bejegent.
Ook het aspect van de leeftijd van de transmigrant (een belangrijke factor in de verdere bejegening van de transmigrant omdat zich immers een doorverwijzing opdringt naar de Dienst Voogdij) kreeg de nodige aandacht van de politie.
Meer en meer wordt door de politiediensten samengewerkt met de betrokken partners zoals de DVZ, de Dienst Voogdij en stilaan ook met de NGO’s, die ondanks een andere finaliteit, toch ook veel raakvlakken hebben en opportuniteiten bieden om samen te werken en zo het humane aspect bij de acties verder te benadrukken. De samenwerking met deze organisaties heeft zeer zeker nog groeimarge.
Het Comité P beval op strategisch vlak aan een nog meer geïntegreerde aanpak van de transmigrantenproblematiek tot stand te brengen waarbij het noodzakelijk is dat er rekening wordt gehouden met of invulling wordt gegeven aan bepaalde (basis)principes, zoals bijvoorbeeld het feit dat de politiediensten zich dienen te beperken tot de uitvoering van hun kernactiviteiten die verder dienen geoperationaliseerd te worden in functie van de ontvangen richtlijnen/gedragslijnen van de overheden en dit met het oog op het bewerkstelligen van een uniforme en humane werkwijze.
Er dient nog steeds gestreefd te worden naar de oprichting van een specifiek afhandelingscentrum[1] voor de opgepakte transmigranten, bij voorkeur op een locatie (1) waar de politiediensten het meest betrokken zijn bij de transmigrantenproblematiek en (2) die organisatorisch goed gelegen is, en dit in combinatie met snelle responsmogelijkheden inzake de afhandeling door gespecialiseerd personeel zoals de MATTA-teams en CIK-medewerkers van de federale politie.
Voor een humane en uniforme aanpak van dergelijke grootschalige controleacties waarbij een groot aantal aanhoudingen van transmigranten mogelijk is, dient een draaiboek opgemaakt ten behoeve van alle diensten van de geïntegreerde politie die grote politieacties organiseren en bij uitbreiding voor alle partners die zich inlaten met de problematiek van mensensmokkel, waarin het volledige proces wordt beschreven. Hierbij kunnen naast de diverse onderrichtingen van bestuurlijke en gerechtelijke overheden, procedures (bijvoorbeeld m.b.t. het uitlezen van gsm’s, het doorzoeken van vrachtwagens, opsluitingstermijn, doorzoeken van documenten van de transmigrant), interne richtlijnen, actieplannen en omzendbrieven alsook de aanbevelingen van MYRIA en bepaalde NGO’s een nuttig inspirerend instrument zijn.
Het Comité P formuleerde ook operationele aanbevelingen teneinde te kunnen streven in elk van de vijf fases naar een positieve, uniforme, oplossingsgerichte en humanere bejegening. Specifiek werden in dat kader aanbevelingen geformuleerd met betrekking tot (1) de briefings en het operatieorder, (2) het gebruik van dwang (handboeien) en geweld, (3) de organisatie van de overbrengingen, (4) de juiste communicatie en informatie, (5) de registratie en het opbergen van de persoonlijke bezittingen, (6) de rol van de OBP, (7) het opsluiten van families, minderjarigen en concurrerende groepen, (8) het contact met de partners en (9) naaktfouilleringen.
Het Comité P had ook enkele aanbevelingen voor de wetgever, de FOD Binnenlandse Zaken en de FOD Justitie gezien het heeft moeten vaststellen dat er heel veel capaciteit verloren gaat door het meermaals registreren van dezelfde informatie in verschillende al dan niet geautomatiseerde registers en administratieve documenten. Het strekt bijgevolg tot aanbeveling om (1) dringend werk te maken van het koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 33bis, derde lid van de wet op het politieambt (register aangehouden personen) en (2) de noodzakelijke informatie-uitwisseling tussen de politiediensten, de DVZ en de Dienst Voogdij effectiever en efficiënter te organiseren.
De volledige tekst met betrekking tot dit toezichtsonderzoek is hieronder en in BlueConnect terug te vinden.
[1] Kort na ons onderzoek werd het ACT opgericht (Nationaal Afhandelingscentrum Transmigranten) in het centrum 127bis Steenokkerzeel. Dit centrum wordt beheerd door DGA/DAS en is 24/7 operationeel voor de volledige bestuurlijke afhandeling van transitmigranten.