BlueConnect is een online bibliotheek van Vanden Broele

Handhavingsdecreet dat extra slagkracht geeft aan lokale besturen operationeel met ingang van 1 maart 2018

Op 9 februari 2018 heeft de Vlaamse regering het uitvoeringsbesluit over de handhaving van de ruimtelijke ordening definitief goedgekeurd. Concreet betekent dit dat vanaf 1 maart 2018 in opvolging van het veralgemeend inwerkingtreden van het Omgevingsvergunningsdecreet per 1 januari 2018, nieuwe spelregels van toepassing zullen worden inzake de handhaving van de ruimtelijke ordening, ter vervanging van het bestaande handhavingsluik in de VCRO. De Vlaamse (lokale) besturen krijgen hierdoor meer slagkracht om stedenbouwkundige overtredingen vast te stellen en te sanctioneren. De belangrijkste wijzigingen zetten we voor u op een rijtje.

 

Het daadwerkelijk afdwingen van de geldende spelregels op het vlak van (goede) ruimtelijke ordening op het terrein, vormt de kroon op het werk van een efficiënt en consistent ruimtelijk ordeningsbeleid dat een gemeente op haar grondgebied voert.

 

Met het inwerkingtreden van het Omgevingsvergunningsdecreet waarbij de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning samensmelten en voortaan onderdeel uitmaken van één aanvraagprocedure die binnen een kort tijdsbestek moet leiden tot het toekennen van een omgevingsvergunning, werd de aanzet gegeven om ook op het vlak van de handhaving van het vergunningenbeleid meer toenadering tot elkaar te zoeken.

 

Het volledig nieuwe stedenbouwkundige handhavingssysteem is sterk geïnspireerd op de bestaande milieurechtelijke en erfgoedrechtelijke handhavingssystemen, vervat in het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. De decreetgever opteerde uiteindelijk toch niet voor het ontwikkelen van één gemeenschappelijk systeem, maar zocht naar onderscheiden doch ‘compatibele’ systemen.

 

Hoewel de omgevingsvergunning betrekking heeft op beide aspecten, zal de handhaving van milieu- of stedenbouwkundige overtredingen dus ook in de toekomst zowel inhoudelijk als procedureel geregeld worden door het DABM, dan wel de VCRO. De vaststellende overheid zal telkens moeten nagaan welk systeem voor welke feiten moet worden ingezet. Bij gemengde feiten (met zowel stedenbouwkundige als milieukundige aspecten) zal slechts één enkele beboetingsinstantie mogen optreden in het kader van de gerechtelijke beboeting, maar zij zal advies moeten inwinnen van de ‘andere’ beboetingsinstantie. Het parket blijft bevoegd om zich uit te spreken over beide thema’s.

 

Stedenbouwkundige misdrijven én inbreuken

Een eerste belangrijke vernieuwing - zoals deze momenteel al gangbaar is in het DABM - bestaat erin dat een onderscheid wordt gemaakt tussen (strafrechtelijke stedenbouwkundige) misdrijven, opgesomd in artikel 6.2.1 VCRO, en de gedepenaliseerde (administratieve) stedenbouwkundige inbreuken, opgesomd in artikel 6.2.2 VCRO. Daarnaast wordt een belangrijk deel van de huidige stedenbouwkundige misdrijven gedepenaliseerd tot een stedenbouwkundige inbreuk wat een aanzienlijk deel van de stedenbouwkundige handhaving onttrekt aan de bevoegdheid van het parket.

 

Het onderscheid uit zich in een andere wijze van sanctionering. De stedenbouwkundige inbreuken kunnen enkel nog gestraft worden met een exclusieve bestuurlijke geldboete van maximaal 50.000 euro (vermenigvuldigd met de opdeciemen). Deze manier van werken is nieuw binnen een stedenbouwkundige context.  Bestuurlijke beboeting was binnen de VCRO tot nu toe enkel mogelijk bij de doorbreking van een bekrachtigd stakingsbevel.

 

 

 

Bovendien zullen de misdrijven die het parket niet vervolgt, toch bestraft kunnen worden met een alternatieve bestuurlijke geldboete. De seponering van een stedenbouwkundig misdrijf zal dus niet langer kunnen leiden tot de volledige niet-sanctionering van een stedenbouwkundig misdrijf.

 

Het onderscheid laat toe om naargelang de ernst van de overtreding een gedifferentieerde aanpak te voeren.

 

De lokale besturen krijgen ruimere opsporings- en vaststellingsbevoegdheden

Een tweede vernieuwing bestaat erin de lokale besturen meer slagkracht te geven door aan hen ruimere opsporings- en vaststellingsbevoegdheden toe te kennen. De bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke maatregelen wordt niet alleen gelegd bij de gewestelijke inspecteurs, maar ook bij de gemeentelijke inspecteurs en de burgemeester. Het provinciale niveau krijgt geen rol meer toebedeeld bij de stedenbouwkundige handhaving.

 

Het college van burgemeester en schepenen zal van nu af aan beroep kunnen doen op eigen personeel of op het personeel van een intergemeentelijk samenwerkingsverband om stedenbouwkundige misdrijven of inbreuken te laten vaststellen. De lokale handhaving zal dus ook intergemeentelijk georganiseerd kunnen worden. Zo werd bijvoorbeeld al op 1 januari 2018 een intergemeentelijke handhavingscel opgericht door 16 randgemeenten rond Gent. Verbalisanten zullen hiermee in de toekomst zowel aangesteld kunnen worden op gewestelijk, intergemeentelijk als gemeentelijk niveau.

 

De verbalisanten zijn bevoegd om stedenbouwkundige misdrijven op te sporen en vast te stellen in een proces-verbaal. Zoals nu ook het geval is, wordt vervolgens het proces-verbaal overgemaakt aan het parket die zal oordelen of zij de vermeende overtreder al dan niet strafrechtelijk vervolgt.

 

Daarnaast zijn de verbalisanten bevoegd om stedenbouwkundige inbreuken op te sporen en vast te stellen. Vastgestelde stedenbouwkundige inbreuken, waarvoor een verslag van vaststelling wordt opgemaakt, worden overgemaakt aan een gewestelijke beboetingsambtenaar. Deze beboetingsambtenaar vormt dé spilfiguur van de bestuurlijke beboeting en beslist over het al dan niet opleggen van een exclusieve bestuurlijke geldboete bij stedenbouwkundige inbreuken. Ook zal hij, als het parket overgaat tot seponering, een stedenbouwkundig misdrijf kunnen sanctioneren met een alternatieve bestuurlijke geldboete.

 

De inzet van nieuwe instrumenten voor een zachtere handhaving

Een derde belangrijke vernieuwing bestaat uit de toevoeging van de zogenaamde ‘zachte handhaving’, bestaande uit raadgevingen en aanmaningen (zie artikel 6.2.3 VCRO) aan het takenpakket van de (gewestelijke of gemeentelijke) stedenbouwkundige verbalisanten.

 

Wanneer de inspectie opmerkt dat een misdrijf of een inbreuk dreigt te worden gepleegd, kunnen zij de (bijna-) overtreders raadgevingen geven over hoe zij een overtreding kunnen voorkomen. Bij reeds gestarte misdrijven of inbreuken kunnen de inspecteurs de overtreders aanmanen om de nodige maatregelen te nemen om de overtreding te beëindigen, de gevolgen ervan ongedaan te maken of een herhaling ervan te voorkomen. Als de overtreders hier geen gehoor aan geven zijn de inspecteurs verplicht het misdrijf of de inbreuk aan te geven.

 

Door deze zachte handhaving zal het voor lokale besturen gemakkelijker zijn om rechtstreeks met hun inwoners in overleg te treden, zonder dat direct tot het sanctioneren moet worden overgegaan. Waar het toepassen van de zachte handhaving in principe geheel vrijblijvend is, kan de niet-toepassing ervan in bepaalde gevallen niettemin in conflict komen met de geldende beginselen van behoorlijk bestuur. Een consistent beleid is hier primordiaal.

 

 

 

Kortom, de gemeentelijke overheden krijgen mee de touwtjes in handen om zelf maximaal in te zetten op een preventief en repressief handhavingsbeleid. Aan hen wordt eveneens een grotere verantwoordelijkheid toebedeeld voor het ontwikkelen van een goede ruimtelijke ordening op hun grondgebied waarbij zij nauw zullen moeten gaan samenwerken met hun (intergemeentelijke en) gewestelijke collega’s.

 

In hoeverre de gewijzigde regelgeving voor een wezenlijke ommekeer zal zorgen op het werkterrein van de steden en gemeenten, zal de toekomst moeten uitwijzen. In elk geval beogen ‘redelijkheid’ en ‘rechtszekerheid’ voor de burger de rode draad te vormen doorheen het vernieuwde stedenbouwkundig handhavingsluik in de VCRO.

Deel deze update via LinkedIn
Deel deze update via Facebook
Deel deze update via Twitter
Deel deze update via e-mail

Al onze nieuwsberichten in uw mailbox?

Schrijf u in op onze gratis nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe regelgeving, relevante actualiteit, niet te missen opleidingen en studiedagen, ...