BlueConnect is een online bibliotheek van Vanden Broele

TOELICHTING - Het dragen, opslaan en bewaren van de bewapening

Inleiding

Artikel 1 van de wet op het politieambt stelt: “bij het vervullen van hun opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie, waken de politiediensten over de naleving en dragen ze bij tot de bescherming van de individuele rechten en vrijheden, evenals tot de democratische ontwikkeling van de maatschappij.  Om hun opdrachten te vervullen, gebruiken zij slechts dwangmiddelen onder de voorwaarden die door de wet worden bepaald.

De omzendbrief GPI62[1] licht het KB van 03 juni 2007[2] betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie toe, met onder meer de regels voor het dragen, opslaan en bewaren van de bewapening.

Het dragen van de bewapening

Het basisprincipe[3] is dat de bewapening tijdens de dienst wordt gedragen overeenkomstig de richtlijnen van, naar gelang van het geval, de korpschef, de commissaris-generaal of de directeur-generaal, rekening houdende met de uitvoering van de dienst of met de aan de personeelsleden opgelegde verplichtingen.

Evenwel, op vraag van het personeelslid kan de commissaris-generaal of de directeur-generaal voor de federale politie en de korpschef voor de lokale politie[4] de machtiging verlenen om de individuele bewapening buiten de dienst te dragen.

De korpschef moet de burgemeester of de voorzitter van het politiecollege daarvan op de hoogte brengen.

De korpschef, de commissaris-generaal of de directeur-generaal kan bijzondere richtlijnen uitvaardigen aangaande het traject van huis naar de plaats van tewerkstelling en vice versa[5].  Het feit van deze verplaatsing in uniform te doen impliceert de mogelijkheid de individuele bewapening te dragen.

De personeelsleden die houder zijn van een machtiging om het individuele wapen buiten de dienst te dragen en die voor een bepaalde periode afwezig zijn (verlof, ziekte, statutaire maatregel,…) moeten hun individuele wapens en munitie inleveren bij de politiedienst waarvan ze deel uitmaken

Het opslaan en bewaren van de bewapening

Algemeen principe[6]

Ongeacht de plaats van het opslaan en bewaring van de politiebewapening dienen steeds bepaalde veiligheidsmaatregelen worden nageleefd.  De wapens worden hiertoe geladen opgeslagen en op een beveiligde en voor het publiek niet-zichtbare noch toegankelijke plaats bewaard.

Elk personeelslid is verantwoordelijk voor het gebruik, het bewaren en het onderhoud van de individuele, collectieve of bijzondere wapens die hem permanent of tijdelijk worden toevertrouwd voor de uitvoering van zijn politieopdrachten.  Hij is er bovendien toe gehouden om ze te bewaren in een afgesloten ruimte en om alle nodige maatregelen te nemen om diefstal, verlies of beschadiging te vermijden.


Niet gedragen bewapening[7]

Het basisprincipe is dat de bewapening die niet tijdens de dienst wordt gedragen bewaard moet worden in een beveiligd lokaal in het commissariaat of in een politie-infrastructuur[8].

Er moet een adequate procedure zijn uitgewerkt voor het nemen en het terugleggen van de wapens.  Zo kan men bijvoorbeeld o.a. een gebruiksregister bijhouden.  Deze procedure moet worden aangepast aan de lokale omstandigheden (aantal wapens, personeelsbezetting, de schikking van de plaatsen,…).

Modaliteiten voor het bewaren wanneer men een machtiging heeft om het dienstwapen mee naar huis te nemen[9]

Wanneer het personeelslid de machtiging heeft gekregen om naar huis (gewone verblijfplaats) te gaan met zijn wapen, is hij  gehouden te handelen als een goede huisvader en dus de maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om onder andere diefstal, onrechtmatig gebruik of beschadiging te vermijden.  Het spreekt voor zich dat met betrekking tot de bewapening, de zorgvuldigheidsplicht strikt in acht moeten worden genomen.

De volgende maatregelen[10] worden sterk aanbevolen :

  • De wapens worden opgeborgen op een beveiligde plaats en worden buiten het zicht van derden gehouden;
  • Het vuurwapen wordt opgeborgen in een kast of een koffer die bestand is tegen braak of, bij gebrek aan dit type bescherming, wordt het vuurwapen uitgerust met een onafhankelijke voorziening die het gebruik ervan tijdelijk belet, zoals een trekkerbeugelslot, een kabel of een middel waarmee het kan vastgemaakt worden aan een vast voorwerp;
  • De sleutels van deze kasten, koffers, kisten of voorzieningen worden niet op de sloten gelaten maar worden op een veilige plaats bewaard;
  • Het is alleszins verboden om het vuurwapen geladen en/of gewapend te bewaren;
  • Het is verder ten zeerste aangeraden de munitie op een andere plaats dan de vuurwapens te bewaren;
  • De munitie wordt achter slot en grendel opgeborgen

 

[1] Omzendbrief GPI62 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, 14 februari 2008

[2] KB van 03 juni 2007 betreffende de bewapening van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie, B.S. 22 juni 2007

[3] KB van 03 juni 2007, artikel 11

[4] KB van 03 juni 2007, artikel 13

[5] KB van 03 juni 2007, artikel 14

[6] Omzendbrief GPI62, Hoofdstuk 6, deel 1

[7] Omzendbrief GPI62, Hoofdstuk 6, deel 2

[8] Onder politie-infrastructuur wordt elke infrastructuur verstaan die volledig of gedeeltelijk is ingericht voor de uitvoering van politietaken en die mat dat doel door een politiedienst wordt gebruikt.

[9] Omzendbrief GPI62, Hoofdstuk 6, deel 4

[10] Omzendbrief GPI62, Hoofdstuk 6, deel 4

Deel deze update via LinkedIn
Deel deze update via Facebook
Deel deze update via Twitter
Deel deze update via e-mail

Al onze nieuwsberichten in uw mailbox?

Schrijf u in op onze gratis nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuwe regelgeving, relevante actualiteit, niet te missen opleidingen en studiedagen, ...