Heeft een politieambtenaar nog belang bij een beroepsprocedure inzake een voorlopige schorsing wanneer betrokkene een correctionele veroordeling oploopt tijdens de procedure? Volstaat het argument dat gedurende de periode het gerechtelijk onderzoek nog zal lopen ingevolge de door verzoeker gevraagde onderzoeksdaden, om te motiveren dat zijn aanwezigheid nog steeds onverenigbaar is met het belang van de dienst (art. 59 TW)? Deze twee vragen worden besproken naar aanleiding van een arrest van de Raad van State van 17 februari 2022 nr. 253.021.